Afgelopen februari ben ik naar Taiwan gereisd, op bezoek bij mijn tweelingbroer. Hij woont en werkt daar. Dat hij snel naar Nederland zou komen was niet meer zo vanzelfsprekend: we zijn een beetje uit de Nederlandse bruiloften en begrafenissen gegroeid. En ik miste hem. Dus op bezoek en daarnaast op rondreis gegaan met een huurauto door het land. Zo, dat was een cultuurshock. Niets is wat het lijkt, ik snapte weinig van de taal en gedrag om me heen en mijn hersenpan maakte overuren. Een paar voorbeeldjes: een stoplicht is slechts een suggestie in het reguleren van het verkeer en je wordt vaak bijna voor je sokken gereden; Boeddhistische monniken, karaoke, Starbucks en Versace gaan goed samen; Chinese toeristen fotograferen vooral zichzelf in plaats van het landschap waarvoor ze zijn gekomen. (Ja, ook buiten Amsterdam dus) en verliefde stelletjes communiceren niet of via de mobiele telefoon in restaurants. Uhhhh??? Wie is hier nu gek en normaal?
Wat doet het met je als je geen bal snapt van wat er om je heen gebeurt omdat je de taal niet spreekt en de cultuur niet kent? En welke betekenis geef je daar aan? “Nou, dan zijn zij gek”, zei een stemmetje in mij. Ai….. Pas toen ik mijn verwarring een beetje had omarmd, kon ik beter kijken, werd ik milder naast het oordeel wat ik ook had. Dat heeft wel even geduurd…. Een zelfde soort eyeopener had ik bij aankomst in Nederland: “Wat heerlijk, gewoon stoepen! Jou snap ik tenminste, dus jou mag ik wel…” Laten we zeggen: een lesje in nederigheid en in het week maken van gebaande paden in de hersens. Mijn waarneming is dat het op de werkvloer er ook zo aan toe kan gaan, minder extreem misschien, maar wel aanwezig. Dat geeft te denken.